Jubaea chilensis
Jubaea chilensis
De Jubaea chilensis is waarschijnlijk de meest winterharde vederpalm. Deze palm komt uit Chili en kan als volwassen plant zeer groot worden, wel tot 25 meter hoog, met een grijze stam van een dikte tot 1,3 meter. De kruin van de palm bestaat uit stijve gevederde bladeren die aan de bovenkant dofgroen en aan de onderkant lichtgrijs zijn. De zaden worden door de plaatselijke bevolking ‘coquitos’ genoemd. Dit betekent ´kleine kokosnootjes´ en is voor hen een lekkernij.
Vroeger bedekte deze palm met miljoenen exemplaren enorme gebieden in Chili, maar er werden er heel veel gekapt om het sap te verkrijgen, waarmee Chileense palmwijn wordt gemaakt. Elke palm zorgt voor zo’n 360 liter sap. Er wordt tegenwoordig aangenomen dat ongeveer 100.000 exemplaren het hebben overleefd.
Deze palm verdraagt droogte zeer goed, verdraagt strenge vorst wanneer het gevestigd is en heeft geen hete zomers nodig om goed te kunnen groeien.
Volwassen palmen in het Franse Montpelier hebben temperaturen van -17C overleefd. Dit zijn zeer geschikte palmen voor tuinen in ons klimaat.
Vroeger bedekte deze palm met miljoenen exemplaren enorme gebieden in Chili, maar er werden er heel veel gekapt om het sap te verkrijgen, waarmee Chileense palmwijn wordt gemaakt. Elke palm zorgt voor zo’n 360 liter sap. Er wordt tegenwoordig aangenomen dat ongeveer 100.000 exemplaren het hebben overleefd.
Deze palm verdraagt droogte zeer goed, verdraagt strenge vorst wanneer het gevestigd is en heeft geen hete zomers nodig om goed te kunnen groeien.
Volwassen palmen in het Franse Montpelier hebben temperaturen van -17C overleefd. Dit zijn zeer geschikte palmen voor tuinen in ons klimaat.