Herfst sale: 20% korting op alles! - Verzendkosten & aanbiedingen uitgesloten.
Groot en uniek assortiment
Snelle verzendingen binnen heel Europa
Uw specialist in exotische planten
4,69 / 5.0 3304+ reviews
Home /

Trachycarpus wagnerianus comeback

Herbert Riphagen, mede-eigenaar van Gardenpalms Europe:

'Trachycarpus wagnerianus zal een comeback maken'

Eind jaren negentig zaait en verhandelt Herbert Riphagen als eerste in Europa Trachycarpus wagnerianus. De introductie van deze niche verloopt in eerste instantie voorspoedig, totdat in 2004 en 2005 massahoeveelheden op de markt verschijnen. Het doet het imago van palmen geen goed. Toch blijft Riphagen in deze palm geloven.

Uiteindelijk valt de appel minder ver van de boom dan Herbert Riphagen voor ogen heeft als hij op 19-jarige de heao verlaat. Hij wil niet in de voetsporen van zijn vader treden die op dat moment een boomkwekerij in Oene runt. Na zijn middelbare schooltijd wil hij reizen. Gedurende zes jaar bezoekt hij bijna alle continenten, maar vertoeft toch het meest in het Verre Oosten. Met Indonesië heeft hij de sterkste band, omdat hij daar is geboren toen zijn ouders ontwikkelingshulp deden. Hij leert er ook zijn vrouw kennen, waarmee hij besluit zich in 1995 in Nederland te vestigen. In een tussenwoning in Ede claimt hij de kelder en de tuin om iets te kunnen doen met zijn vele verzamelde zaden van met name palmensoorten. „Tijdens het reizen is duidelijk geworden dat ik een exotische bomenfreak ben. Dat wilde ik toch enigszins vasthouden", vertelt Riphagen.

Van het een komt het ander. De zaden die hij opkweekt en plant in zijn achtertuin blijken prima Nederlandse winters te kunnen doorstaan. Op internet komt hij er al gauw achter dat hij niet de enige is met een virus voor exotische planten en bomen. Het hek is van de dam als hij in 2001 in Spanje een beurs bezoekt en 30.000 palmzaden verkoopt met de bedoeling thuis ruimte te creëren. Het is echter de start van zijn handel in palmen. Op dat moment een markt met veel potentie, ontdekt Riphagen. De eerste partijen kweekt hij op bij zijn broer, van wie hij een klein gedeelte van zijn kas huurt.

Zijn personeel wordt ingeschakeld om jonge planten te leveren aan groothandelaren en om eigen jonge planten die in Spanje en Italië verder zijn opgekweekt af te kweken in Nederland.

Trachycarpus wagnerianus

Een palmensoort die Riphagen erg charmeert is de Trachycarpus wagnerianus. Hij begint ze eind jaren 90 zelf in grotere aantallen te zaaien, waarmee hij de eerste is in Europa. „Het is het broertje van de Trachycarpus fortunei, maar dan mooier. Even winterhard, maar de stijvere bladeren doorstaan in de tuin de wind beter. Bovendien behoudt wagnerianus in tegenstelling tot fortunei zijn onderste bladeren. Ze vergelen niet en hoeven dus niet te worden weggeknipt. Dit zorgt voor een mooie compacte opbouw. Het is wel een minder snelle groeier wat hem duurder maakt dan de fortunei"

Riphagen's strategie is om Trachycarpus wagnerianus als niche in de markt te zetten. In 2001 weet hij zaad te verkrijgen van een Engelse particulier, wiens boom in de tuin jaarlijks zo'n 60.000 tot 80.000 zaden produceert. Voor zaadwinning is Riphagen dan niet meer afhankelijk van China of Japan.

Drie jaar later wordt de palmliefhebber benaderd door een rijke Koreaan die hem op de hoogte brengt dat de Trachycarpus wagnerianus op een Koreaans eiland massaal groeit. Samen komen ze tot de afspraak dat Riphagen de distributie op zich neemt van de wagenerianussen die zijn Koreaanse partner weet te bemachtigen. Die pakt het grootschaliger aan dan afgesproken en passeert Riphagen als die niet snel genoeg de investeringen eruit krijgt. Het loopt volledig uit de hand.

De Korean koopt een kas in Rijnsburg om de palmen zelf af te kweken. „Niet met kwaliteit hoog in het vaandel, net als andere kapers op de kust. Tijd voor de noodzakelijke afkweek schiet er steeds meer bij in; ongewortelde exemplaren worden doorverkocht en verschijnen zelfs voor de klok", beweert Riphagen. Zo snel als Trachycarpus wagnerianus rond 2004, 2005 massaal op het toneel verschijnt, zo snel verdwijnt hij ook weer. Riphagen moet toegeven dat deze gang van zaken het imago van de palm in het algemeen geen goed heeft gedaan.

Erica als ideate thuisbasis

Bedrijfsgegevens 2012
Bedrijf: Gardenpalms Europe, Erica
Teler: Herbert Riphagen
Gewas: hoofdgewas Trachycarpus wagnerianus. Verder import andere palmen, (boom)varens en yucca. En veredeling van diverse trachycarpussen.
Bijzonderheden: Gardenpalms is zover Herbert Riphagen weet het enige Nederlandse bedrijf dat in Nederland Trachycarpus wagnerianus op pot op en afkweekt. Met compagnon Hendrik Speet levert hij al redelijke aantallen in de potmaten 15, 17, 21, 23 en 26. Dit jaar komen daar de potmaten 30 en 35 bij. 

Het debacle rond Trachycarpus wagnerianus kost Herbert Riphagen enkele ribben uit zijn lijf. Dit probeert hij op te vangen door webshops voor particulieren op te zetten. Van elke nieuwe palm die potentie heeft, koopt Riphagen bovendien de domeinnaam op om webforums te beginnen en informatie te verstrekken. „Enthousiaste hobbyisten doen niet moeilijk over het uitwisselen van zaden en informatie. ledereen heeft er baat bij. lk doe niet geheimzinnig over mijn commerciële activiteiten, maar ben vooral en liefhebber belast met het palmenvirus. lk ben niet bang voor concurrentie; dat is alleen maar gezond."

Mede door die openheid duurt het inderdaad niet al te lang dat Riphagen uit het dal klimt en weer aan de weg timmert met zijn palmenactiviteiten. Dusdanig dat hij met plantenhandelaar Hendrik Speet in 2009 gaat samenwerken. Gardenpalms Nederland wordt omgedoopt in Gardenpalms Europe. Er wordt in Erica een kas van 2 ha gekocht. Inmiddels begint de kas vol te raken met palmen, maar ook andere stamgewassen, als yucca's, bananenplanten en (boom)varens.

„Het Drentse Erica is een prima thuisbasis. De kas hebben we hebben relatief goedkoop kunnen kopen en zaken doen met Duitsland, onze belangrijkste markt, is vanuit hier voordelig. Duitse post- en postorderbedrijven komen rechtstreeks de producten ophalen zodat we Duitse en geen Internationale transportkosten kwijt zijn", meldt Riphagen.

Ondememer en avonturier

De meeste gewassen op de kwekerij worden geïmporteerd en afgekweekt; op bestelling worden volwassen exemplaren geïmporteerd. Op een klein gedeelte vindt veredeling plaats van trachycarpussen; de moederplanten staan in de volle grond. Kweek uit eigen zaad gaat naar iedereen die er belangstelling voor heeft; vooral particulieren maar in toenemende mate ook groothandelaren. De enige palm die uit eigen zaad wordt op- en afgekweekt is Trachycarpus wagnerianus op bijna de helft van de bedrijfsoppervlakte. „Ik blijf in deze palm geloven. We maken er een potvariant van die niet meer vergelijkbaar is met de exemplaren van een decennium geleden. Trachycarpus wagnerianus zal een comeback maken", is de overtuiging van Riphagen. Inmiddels zijn redelijke aantallen potgekweekt leverbaar in de potmaten 15, 17, 21, 23 en 26 cm. Dit jaar -2012- komen daar de potmaten 30 en 35 cm bij.

Nu de kas bijna vol raakt, betwijfelt Riphagen of hij samen met Speet gaat uitbreiden. Als ze dezelfde kasoppervlakte behouden dan zullen yucca's, andere stamgewassen en wellicht enkele palmsoorten plaats maken voor boomvarens. „Onze kracht zal de grote diversiteit aan palmen en varens blijven. Bovendien blijven we op zowel particulieren als groothandelaren richten. Verder geef ik het afstruinen van de wereld naar nieuwe palmsoorten niet op. Naast ondernemer zal ik altijd avonturier blijven", verwoordt Riphagen.

Op weg terug

Trachycarpus wagnerianus wordt door de partners Herbert Riphagen en Hendrik Speet in het Drentse Erica op pot op- en afgekweekt.

„Zolang het juiste correcte verhaal over winterharde palmen aan consumenten wordt verteld en ze daarin niet weer worden teleurgesteld, dan zal de palm de komende jaren in tuinen de plaats van veel coniferen gaan innemen", schat Riphagen in. Zo verwacht hij veel van Trachycarpus takil afkomstig uit de hooggebergten in Kalamuni, India. Riphagen oogst op 2.500m en hoger het zaad zelf. „Dit is de meest winterharde Trachycarpus, veel winterharder dan de fortunei die bij -13°C al bescherming nodig heeft. Bovendien kleurt takil zilverkleurig an de onderkant; dat is mooi in te kruisen met andere Trachycarpussen."

Pether van Leth, hortipoint.nl